Amstelveen, 16 mei 2024 – Uit onderzoek van KPMG Nederland naar of en hoe de top 50-bedrijven in Nederland beloningen toekennen voor duurzaamheidspresaties, blijkt dat de meeste bedrijven bonussen hiervoor uitkeren. Bij één op de vijf bedrijven zijn nog geen duurzaamheidsbonussen ingevoerd. De bonussen worden voornamelijk gegeven voor eigen resultaten op het gebied van klimaatverandering en diversiteit in het eigen personeelsbestand, terwijl andere belangrijke duurzaamheidsthema's zoals circulariteit, biodiversiteit en mensenrechten vaak nog over het hoofd worden gezien.

Marktwaarde

De Europese rapportage-richtlijn CSRD bepaalt welke informatie bedrijven moeten opnemen in hun jaarverslagen. Beursgenoteerde bedrijven moeten hierdoor veel uitgebreider verantwoording afleggen over milieu, mens en goed bestuur. Maar er bestaat echter nog geen duidelijke aansluiting tussen onderwerpen die als belangrijk worden aangemerkt, en waaraan een bonus gekoppeld is. Slechts enkele bedrijven baseren hun beloningen op belangrijke duurzaamheidsthema’s, zoals circulariteit, biodiversiteit of mensenrechten. Ook is er te weinig aandacht voor hoe toeleveranciers hun duurzaamheidsdoelen voor elkaar hebben. Het zijn onderwerpen die nu nog lastig meetbaar zijn

Beleid

Van circulaire economie bijvoorbeeld zeggen negentien van de vijftig bedrijven in hun jaarverslag dat dit een belangrijk thema is, slechts acht koppelen het onderwerp daadwerkelijk aan de bonussen. Mark Vaessen, internationaal hoofd duurzaamheidsverslaggeving bij KPMG: “Uiteindelijk heeft het beleid dat nu ingezet wordt op gebied van duurzaamheid gevolgen voor de leefbaarheid van onze planeet. Maar het zal ook de financiële situatie en marktwaarde van bedrijven beïnvloeden. Het is belangrijk dat bedrijven duurzaamheidsmaatstaven kiezen die echt belangrijk zijn voor het bedrijf. Ook moeten de maatstaven goed te meten zijn. Alleen als de duurzaamheidsprestaties fundamenteel zijn verbeterd, is een bonus terecht. Dit betekent dat er uitdagende, maar haalbare doelen moeten worden gesteld voor duurzaamheidsprestaties. Het rapport laat zien dat er nog veel werk aan de winkel is.”

Portemonnee

Bij de meerderheid van de Nederlandse topbedrijven maken duurzaamheidsprestaties momenteel maar 20% of minder uit van de variabele beloning van bestuurders; financiële prestaties zijn goed voor 80% of meer. Vaessen: “Als je het in je portemonnee voelt, wordt het vanzelf belangrijker. De hoogte van beloningen voor bestuurders geeft inzicht in de mate waarin de bestuurders van een bedrijf de duurzaamheidsuitdagingen van de organisatie begrijpen en hoe serieus ze deze willen aanpakken. Aandeelhouders, medewerkers en de maatschappij kijken toe. Ondanks de groeiende aandacht voor duurzaamheid, blijkt uit dit onderzoek dat er nog genoeg ruimte is voor verbetering van de manier waarop bedrijven duurzaamheid integreren in hun beloningsbeleid voor de raad van bestuur.”

Diversiteit

Slechts 33% van de topbedrijven beloont management op basis van diversiteitsprestaties. Bovendien blijkt dat de focus op diversiteit voornamelijk gericht is op het aantal vrouwen in het hoger management. Weinig bedrijven koppelen bonussen aan gelijke beloning voor mannen en vrouwen of culturele diversiteit. Vaessen: “Nu worden nog makkelijk haalbare doelen beloond. Het aantal vrouwen in senior posities is ook makkelijker te meten dan arbeidsomstandigheden in de productieketen. We verwachten dat bedrijven hier in de toekomst wel meer aandacht aan gaan besteden.“ 

Lange termijn

Van de 41 bedrijven die bestuurdersbeloningen koppelen aan duurzaamheidsprestaties, keert ongeveer de helft (22 bedrijven, ofwel 54%) bestuurdersbeloningen uit op basis van een combinatie van zowel korte- als lange termijndoelen. Een aanzienlijk aantal (12 bedrijven, ofwel 29%) baseert de aan duurzaamheid gerelateerde beloning momenteel alleen op korte termijndoelen van maximaal een jaar. Vaessen: ”Deze transformatie is een proces dat vele jaren in beslag neemt. Dat betekent dat er voor beloningen een langetermijnvisie moet bestaan. Dit zal ook voor financiële stabiliteit zorgen op de lange termijn. Tegelijkertijd zijn er ook prestatiedoelen voor de korte termijn nodig om ervoor te zorgen dat mijlpalen worden bereikt, het momentum behouden blijft en vooruitgang wordt geboekt.”